Ook in uw tuin of op uw terras kan het handig zijn om over stroom te beschikken. Toch zijn de regels om buiten elektriciteit te leggen niet zomaar hetzelfde als binnenshuis. Wat moet u weten voor u eraan begint?

Waarop letten wanneer u buiten elektriciteit legt?

• Gebruik de juiste kabels. Zodra u buiten aan de slag gaat, is het belangrijk om met de geschikte kabels te werken. De elektriciteitsdraden in een XVB-kabel zijn beschermd met een kunststof omhulsel waardoor u ze buiten kunt gebruiken. Let op, deze kabels mogen niet rechtstreeks in contact komen met de aarde of grondwater. Bescherm ondergrondse leidingen daarom met een buis of gebruik een specifieke grondkabel (YMVK-as).
• Graaf diep genoeg. Zorg dat leidingen op een diepte van 60 centimeter liggen. Gaat u aan de slag op uw oprit of een andere plaats waar voertuigen rijden? Plaats ze dan zeker 80 centimeter diep.
• Controleer de IP-waarde van elektrisch materiaal. Hoe hoger de IP-waarde, hoe beter een stopcontact of buitenlamp beschermd is tegen vocht en stof. Voor uw tuin of terras is IP44 (spatwaterdicht) een goede richtlijn.
• Voorzie een apart circuit. Door de elektrische installatie in uw tuin of op uw terras te scheiden van het circuit binnenshuis, bouwt u een extra veiligheid in. Sluit de installatie dan ook afzonderlijk aan op een differentieelschakelaar.

Elektriciteit buiten leggen, een stappenplan

Klaar om aan de slag te gaan? Volg dan deze 5 stappen:

1. Wees goed voorbereid
   Neem het elektriciteitsplan van uw woning erbij en vul dit aan met de gegevens van uw elektrische buiteninstallatie. Denk er ook aan om de groep uit te schakelen waaraan u gaat werken.
2. Plaats de kabeldoos
   Bevestig een centrale kabeldoos op uw buitenmuur. Van hieruit zal uw elektrische buiteninstallatie vertrekken.
3. Leg kabels naar de stroompunten
   Plaats een wachtbuis in de grond om kabels te beschermen en makkelijk naar de juiste stroompunten te trekken. Loopt uw kabel bovengronds? Gebruik dan een slagvaste elektrabuis, die u strak vastzet op de muur.
4. Sluit de kabel aan
   Sluit de grondkabel aan op de kabeldoos. Gebruik een wartel en rubberring om te voorkomen dat er vocht bij de leidingen kan.
5. Plaats stopcontacten, schakelaars en lampen
   Sluit lampen en stopcontacten aan op de grondkabel. Volg daarbij altijd de gebruiksaanwijzing of het aansluitschema en gebruik bij voorkeur spatwaterdicht materiaal.